Alles over de EVSE Adapter

Elektrische mobiliteit is de afgelopen jaren een krachtige trend geworden. Het netwerk breidt zich snel uit, de auto’s worden in razend tempo ontwikkeld en de normalisatie-organisaties hebben moeite om bij te blijven.

Elektrische voertuig laadstations, ook wel Electric Vehicle Supply Equipment (EVSE) genoemd, zijn het gezicht van het netwerk, het deel waarmee de klant in aanraking komt. Het staat voor het systeem van stroomvoorziening vanuit het netwerk en de hardware die het inpluggen in de auto mogelijk maakt. Voor de meeste klanten is dit het krachtigste elektrische apparaat of deel van een installatie dat ze regelmatig zien. In 2019 kunnen snelladers tot 120 kW leveren, met geplande stations tot 350 kW. Het kan worden beschouwd als een vast geïnstalleerd apparaat of als onderdeel van de installatie.

Historisch gezien kon men de auto in vrijwel elk stopcontact van een installatie steken om op te laden. Sommige eigenaren droegen een reeks converters bij zich en pasten de laders in de auto handmatig aan om net zoveel stroom te trekken als de installatie zou toestaan. Dit beperkte de laadsnelheid enorm en het hing volledig af van de beschermingsmaatregelen binnen de installatie. Het laadstation kan worden geïnstalleerd om een hoger vermogen beschikbaar te maken, het biedt een veel snellere lading en is uitgerust met extra veiligheidsvoorzieningen. Functionele kenmerken en testen worden behandeld in de standaardgroep IEC/EN 61851.

Er zijn 3 mogelijke opstellingen voor het opladen van een auto:

Geval A: kabel geïntegreerd in de auto (niet beschikbaar in de praktijk), Geval B: kabel afneembaar aan beide uiteinden, Geval C: kabel geïntegreerd in het laadstation. Er zijn momenteel 4 niveaus van laadvermogen en veiligheidsvoorzieningen:

Modus 1: opladen in geval B rechtstreeks vanuit een huishoudelijk stopcontact naar de auto met een normale kabel. 1 fase kan tot 240 V/16 A leveren, 3 fase tot 480 V/16 A. Niet toegestaan in de meeste EU-landen. Modus 2: opladen in geval B vanuit een huishoudelijk stopcontact met een kabel met extra beschermingsinrichtingen. 1 fase kan tot 240 V/16 A leveren, 3 fase tot 480 V/16 A. Modus 3: opladen vanuit een EVSE geconfigureerd als in geval B of C. 1 fase kan tot 250 V/70 A leveren, 3 fase tot 480 V/63 A. Modus 4: snelladen met gespecialiseerde EVSE, geconfigureerd als geval C. DC-laden met 300-500 V en tot 350 A toegestaan in de standaard, momenteel tot 125 A in de praktijk. De standaard voor connectoren in de EU is het CCS (Combined Charging System) Type 2, ook wel mennenkes of Type 2 combo genoemd. Ook aanwezig zijn andere zoals Tesla-superchargers, Type 1, Type 1 combo, CHAdeMO, enz.

De lader en de auto communiceren via een eenvoudig protocol genaamd Control Pilot. Verschillende spanningsniveaus op het gepulste signaal definiëren 5 laadtoestanden: Toestand A: niet aangesloten, Toestand B: aangesloten en vergrendeld – niet aan het laden, Toestand C: aangesloten en aan het laden, Toestand D: aangesloten en aan het laden op een station met of zonder ventilatie, Toestand E: fout. Naast de laadtoestand communiceren de auto en het station ook de hoogst mogelijke stroom die tussen hen kan passeren via een aparte poort genaamd Proximity Pilot. De waarde wordt uitgelezen uit de duty cycle van de pulsen en is momenteel alleen gedefinieerd voor tot 50 A.

Auto’s in 2019 hebben een batterijopslag tot 100 kWh. Het opladen ervan met 63 A duurt ongeveer 2 uur tot 100%.

Aanbevolen inspectie-intervallen zijn een half jaar voor kabels en een jaar voor een heel systeem in openbaar gebruik. Tests omvatten visuele en functionele inspecties, continuïteitsmetingen, isolatiemetingen, RCD-testen, impedantietests en optioneel lekstroommetingen. MI 3155 in combinatie met A 1532 of A 1632 kan het station grondig testen met behulp van de EVSE Autosequence. De vernieuwde standaard IEC/EN 61815 vereist testen voor bescherming tegen 6 mA gelijkstroom – de RCD of soortgelijke bescherming moet worden geactiveerd wanneer een dergelijke stroom wordt gedetecteerd. Dit is opgenomen in de EVSE Autosequence van de MI 3155.

METINGEN De A 1532 EVSE-adapter is de basisaccessoire voor het testen van de laadstations. Het bootst de auto na om de functie van Control Pilot en Proximity Pilot te testen. Het voert elektrische tests uit op zijn uitgangsstopcontact. Het wordt ondersteund door Autosequence®s in MI 3155 en MI 3152.

De A 1632 is een ander soort instrument. Het is ontworpen om het laadstation zowel aan de installatie- als aan de uitvoerzijde grondig te testen. Het kan Mode 2- en Mode 3-kabels testen en communicatie tussen station en auto monitoren. In plaats van voor periodieke tests is het bedoeld voor installatietests en apparatuurproducenten. Professionele rapporten voor zowel de status van het station als de kabel kunnen worden gemaakt in Metrel elektrische veiligheidsbeheersoftware (MESM).